Skip to the main content

Veelgestelde vragen

Veelgestelde vragen

Voor zorgverleners

Beschikbaar stellen

Je mag geen medicatiegegevens beschikbaar stellen aan andere zorgverleners zonder de toestemming van de patiënt/cliënt. Bij zorginformatiesystemen waarbij medicatiegegevens beschikbaar worden gesteld is er altijd uitdrukkelijke toestemming van de patiënt/cliënt nodig.

Sturen

Als een zorgverlener, in het kader van goede zorg, denkt dat het nodig is om gegevens te delen met een andere zorgverlener(s), dan kan deze zorgverlener de gegevens betreffende de behandeling alleen sturen naar één of meer specifieke andere zorgverlener(s), als dat de patiënt duidelijk en expliciet heeft aangegeven dat deze met deze andere zorgverlener(s) een (beoogde) behandelrelatie heeft. Toestemming van de patiënt mag in dat geval worden verondersteld en de gegevens mogen zonder expliciete toestemming van de patiënt worden verstuurd naar deze zorgverlener(s). Als een patiënt nadrukkelijk heeft aangegeven géén toestemming te geven voor het delen van medicatiegegevens met andere zorgverleners in de keten mag een zorgverlener géén medicatiegegevens sturen. De zorgverlener is op dat moment verplicht om de patiënt/cliënt te wijzen op eventuele gevolgen. In dat geval is de patiënt/cliënt zelf verantwoordelijk voor het informeren van de volgende zorgverlener(s). Als er relevante wijzigingen in de medicatiegegevens zijn, wordt het medicatieoverzicht meegegeven aan de patiënt/cliënt na het bezoek/consult.

Bij het versturen van gegevens naar zorgverleners met wie de patiënt/cliënt geen (beoogde) behandelrelatie heeft is expliciete toestemming vereist.

 

De snelheid van afhandeling is belangrijk voor de continuïteit van zorg. Alle betrokken zorgverleners moeten handelen volgens het principe ‘zo snel als nodig’, met een maximale termijn van 24 uur. Dit zorgt voor patiëntveiligheid en goede voortgang van zorg. Als technische ondersteuning niet goed werkt, moeten zorgverleners handmatig zorgen voor tijdige overdracht van medicatiegegevens. In bijzondere situaties, zoals spoedeisende zorg of overplaatsing, gelden specifieke richtlijnen om de continuïteit en veiligheid te waarborgen. Vraag altijd bij je eigen zorginstelling na welke afspraken er voor jou gelden.

Als een zorgverlener medicatiegegevens ontvangt van een patiënt/cliënt die diegene niet behandelt en die daarvoor geen toestemming heeft gegeven, is dat een datalek van de verzendende zorgverlener. Dit zal voor de patiënt/cliënt waarschijnlijk geen grote gevolgen hebben, aangezien deze zorgverlener ook gebonden is aan zijn beroepsgeheim. In principe zou de ontvangende zorgverlener de ontvangen gegevens meteen moeten verwijderen en de verzendende zorgverlener zo snel als mogelijk informeren. Zo kan de verzendende zorgverlener deze fout registreren en de gegevens alsnog naar de juiste zorgverlener versturen.

Als zonder toestemming van de patiënt/cliënt medicatiegegevens naar een zorgverlener worden gestuurd die niet bij de behandeling is betrokken, is er in principe sprake van een datalek. Ondanks dat er geen behandelrelatie is, zal dit voor de patiënt/cliënt waarschijnlijk geen grote gevolgen hebben, aangezien deze zorgverlener ook gebonden is aan zijn beroepsgeheim.

Het beleid van de zorgorganisatie over informatiebeveiliging moet uitleggen hoe er gehandeld moet worden in deze situatie. Er zal in ieder geval zo snel mogelijk een interne melding gemaakt moeten worden bij de functionaris gegevensbescherming. Daarnaast moet ook de zorgverlener die de gegevens per ongeluk heeft ontvangen zo snel mogelijk worden gevraagd om de gegevens te verwijderen.

Een zorgverlener is verplicht om gegevens die zich nog niet in het patiënt-/cliëntdossier bevinden actief te raadplegen op het moment dat hij/zij zorg gaat verlenen. Daarnaast in het kader van goed hulpverlenerschap moet een zorgverlener actief vragen naar relevante medicatiegegevens voordat een behandeling gaat starten en de opgehaalde medicatiegegevens verwerken in het patiënt- of cliëntdossier voor zover dit relevant is voor het leveren van goede zorg. Dit is gelijk aan de huidige situatie waarin een zorgverlener een medicatieverificatiegesprek voert met een patiënt/cliënt.

Een voorschrijver kan de verantwoordelijkheid van de medicamenteuze behandeling aan een opvolgende zorgverlener overdragen. In dat geval moet voor de opvolgende zorgverlener duidelijk zijn dat deze de verantwoordelijkheid moet overnemen en welke zorg geleverd moet worden, zodat deze kan beoordelen of hij zich bekwaam acht om de zorg en daarmee de verantwoordelijkheid over te nemen.

In dit geval vervalt de verantwoordelijkheid van de oorspronkelijke auteur van de medicatieafspraak, tenzij zich op basis van de medicatieafspraak schade heeft voorgedaan die zich in een later stadium openbaart en is toe te rekenen aan de eventueel gemaakte fouten van de auteur van de medicatieafspraak.

Als een voorschrijver een verstrekkingsverzoek maakt onder de medicatieafspraak van een andere voorschrijver zonder de behandeling over te nemen, dan blijft de verantwoordelijkheid van de oorspronkelijke voorschrijver en auteur van de medicatieafspraak in stand.

Praktijkvoorbeelden

  1. Een huisarts maakt een medicatieafspraak; de huisartsenpost doet een verstrekkingsverzoek. De huisarts blijft verantwoordelijk voor de medicatieafspraak en het behandelbeleid; de huisartsenpost beoordeelt wel de veiligheid van de verstrekking.
  2. Een specialist maakt een medicatieafspraak; een huisarts vult aan zonder de behandeling over te nemen maar beoordeelt wel de veiligheid van de verstrekking. De specialist blijft verantwoordelijk voor de medicatieafspraak.
  3. Binnen dezelfde praktijk doet een collega-huisarts een verstrekkingsverzoek op basis van de medicatieafspraak van de vaste huisarts. De vaste huisarts blijft verantwoordelijk voor de medicatieafspraak maar de collega-huisarts beoordeelt wel de veiligheid van de verstrekking.

De verantwoordelijkheden van zorgverleners die zowel bij het ontvangen als het ophalen van medicatiegegevens gelden zijn:

  1. Bij het ontvangen van een notificatie van het ontvangen van gegevens of bij het actief opvragen van gegevens, beoordeelt de zorgverlener of de medicatiegegevens kloppen en relevant zijn voor de behandeling.
  2. De zorgverlener verwerkt relevante medicatiegegevens op tijd en bewaart deze correct in het patiënt- of cliëntendossier.
  3. Onjuiste of irrelevante medicatiegegevens worden niet opgenomen in het dossier. De zorgverlener informeert de verzender of auteur van de medicatiegegevens of wijzigt de medicatie zodat ze juist zijn en overgenomen kunnen worden in het dossier.
  4. Medicatieafspraken moeten bewust worden geaccepteerd. Bij acceptatie vraagt het op een beoordeling van de eigen bevoegdheid en bekwaamheid, van degene die accepteert, om de behandeling voort te zetten.

Als een zorgverlener nieuwe medicatiegegevens heeft die relevant zijn voor de keten, dan is hij/zij altijd verplicht om deze met andere zorgverleners te delen door deze gegevens beschikbaar te stellen. Hierdoor heeft een volgende zorgverlener voor het verlenen van zorg een zo compleet mogelijk beeld van de basisset medicatiegegevens. Hierdoor kan het verlenen van veilige zorg gewaarborgd worden. Een belangrijke voorwaarde is wel dat de patiënt hier toestemming voor heeft gegeven, voor meer informatie zie ook de vraag: Mag ik als zorgverlener medicatiegegevens beschikbaar stellen en sturen zonder toestemming van de patiënt/cliënt?. 

Op het moment dat de zorgverlener medicatiegegevens beschikbaar stelt of stuurt naar andere zorgverleners is hij/zij verantwoordelijk voor de juistheid van de verstuurde gegevens. Als andere zorgverleners snel op de hoogte moeten zijn, bepaalt de zorgverlener die beschikbaar stelt of stuurt op basis van de eigen professionele inschatting of er extra acties noodzakelijk zijn om andere zorgverleners in de keten op de hoogte te brengen

Als zorgverlener hoef je niet zelf uit te zoeken hoe je met de informatiestandaarden Medicatieproces 9 (MP9), Contra-indicaties en Overgevoeligheden (CiO) of Lab2Zorg moet werken. De implementatie hiervan gebeurt via het zorginformatiesysteem dat jouw organisatie gebruikt. Iedere zorgaanbieder wijst een projectleider aan die zorgt voor de inrichting van de software, scholing van zorgverleners en de implementatie van ketenafspraken. Wat jij als zorgverlener moet doen, hangt af van hoe jouw zorginstelling dit organiseert.

Wil je zelf op de hoogte blijven van de voortgang van het programma Medicatieoverdracht? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief of volg de updates via LinkedIn .

Algemeen Medicatieoverdracht

Ketenafspraken worden pas juridisch bindend als ze definitief in een kwaliteitsstandaard of richtlijn zijn opgenomen. Op dit moment is dat nog niet het geval. Het is nog niet bekend waar de ketenafspraken uiteindelijk, na de stop van het programma Medicatieoverdracht, worden geborgd en beheerd. Tot die tijd kunnen de ketenafspraken gebruikt worden als een richtlijn voor wat goede zorg is.

De ketenafspraken slaan de brug tussen de zorginformatiesystemen en de dagelijkse praktijk van de zorgprofessional. Een deel van de ketenafspraken gaat over wat zorgverleners moeten doen om goede medicatieoverdracht in de keten te bereiken. Het zijn afspraken over het werkproces van de zorgverleners. Daarnaast zijn er afspraken over de gebruiksvriendelijkheid van de zorginformatiesystemen.

De ketenafspraken zijn gemaakt in de kernteams. In de kernteams zitten vertegenwoordigers van de negen zorgsectoren die deelnemen aan het programma Medicatieoverdracht. Ook patiënten- en cliëntenorganisaties en de leveranciers van zorginformatiesystemen beslissen mee. Een afvaardiging van leveranciers adviseert of de ketenafspraak impact heeft op de software, zodat het gegarandeerd is dat een afspraak technisch haalbaar is.

Voor meer informatie zie de factsheet.

De informatiestandaard Medicatieproces 9 (MP9), Contra-indicaties en Overgevoeligheden (CiO) en de Uitwisseling laboratoriumgegevens (Lab2Zorg) vormen samen de set van informatiestandaarden die nodig zijn voor digitale uitwisseling van medicatiegegevens.

De standaarden zijn ontwikkeld op basis van de kwaliteitsstandaard ‘Overdracht van medicatiegegevens in de keten’. Deze kwaliteitsstandaard is de basis voor de inrichting van het zorgproces bij medicatieoverdracht.

Tijdens de overdracht van medicatiegegevens hebben verschillende betrokken zorgverleners elk hun eigen verantwoordelijkheden en taken binnen het medicatieproces. Om hun professionele verantwoordelijkheid goed te kunnen uitvoeren, zijn er landelijke afspraken gemaakt met tien zorgsectoren. Deze afspraken zijn gebaseerd op bestaande wetgeving en professionele richtlijnen, waaronder de WGBO, Wet BIG, Wabpvz, Wkkgz, Zorgverzekeringswet (Zv), AVG, UAVG, Wegiz (wetsontwerp), de Regeling Geneesmiddelenwet en diverse professionele standaarden.

De implementatie is gestart op kleine schaal in de Kickstart Medicatieoverdracht. We werken toe naar een livegang van een eerste keten van zorgaanbieders in 2025. Daarna begint de uitbreiding naar alle zorgaanbieders in Nederland. Vanuit de Kickstart zal eerst in beide Kickstartregio’s meer volume worden gecreëerd. Daarna zullen volgende regio’s aan de gang kunnen. Het is nu nog moeilijk om precies te zeggen wie wanneer aan de beurt is en wanneer iedereen op deze manier kan werken. Er zijn immers 16.000 zorgaanbieders in Nederland en 75 softwareleveranciers.

Het VIPP-programma Farmacie bestaat uit drie modules: 1) implementeren van de drie informatiestandaarden Medicatieproces 9, Lab en Contra-indicaties en Overgevoeligheden, 2) begeleiding van de patiënt bij het gebruik van PGO’s (Persoonlijke Gezondheidsomgevingen) en 3) medicatiebewaking. Qua techniek horen 1) en 2) bij het programma Medicatieoverdracht. Daarom is het logisch dat VIPP Farmacie de sectorale uitvoering van medicatieoverdracht voor openbare farmacie op zich heeft genomen.

Ja, dat wordt wettelijk verplicht. Op 1 juli 2023 is de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) ingegaan. De Wegiz is een kaderwet die met ‘algemene maatregelen van bestuur’ (AMvB’s) gegevensuitwisselingen aanwijst die verplicht elektronisch moeten plaatsvinden. Medicatieoverdracht is een van de vijf gegevensuitwisselingen die prioriteit hebben onder de Wegiz. Dit betekent dat zorgaanbieders verplicht worden om software te gebruiken die gecertificeerd is volgens NEN-normen, zoals de NEN7503 en NEN7542 die nu in ontwikkeling is. De basis van deze NEN-normen is de informatiestandaard Medicatieproces 9 die weer onderdeel is van de kwaliteitsstandaard Overdracht van medicatiegegevens in de keten.

Als patiënt krijg je compleet en actueel inzicht in jouw medicatiegegevens via een Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO). Ook kun je straks aangeven wat je werkelijk gebruikt, zelfmedicatie of medicijnen uit het buitenland toevoegen en deze gegevens delen met jouw zorgverleners.

Zowel binnen de sectoren als tussen sectoren moeten afspraken rond medicatieoverdracht worden gemaakt. Het gaat niet alleen over aanpassingen in de software, maar ook over werkprocesafspraken. Deze afspraken maken het uitwisselen van medicatiegegevens in de keten mogelijk. Dit is complex omdat zoveel verschillende disciplines en soorten zorgorganisaties een rol spelen: 9 zorgsectoren; ongeveer 16.000 zorgorganisaties en zo’n 75 softwareleveranciers. Ook kost het tijd om de implementatie zorgvuldig te testen in de Kickstartregio’s, zodat het zeker goed werkt als het hele land op deze manier gaat werken. Zo’n grootschalige implementatie van uitwisseling van gegevens in de zorg is nooit eerder gedaan.

Op de sectorpagina’s staat per sector het e-mailadres van de projectleider.

In de Kickstart Medicatieoverdracht is gekozen voor het LSP als infrastructuur. In de toekomst is uitwisseling via een andere infrastructuur wellicht ook mogelijk.

De basis is de kwaliteitsstandaard Overdracht van medicatiegegevens in de keten, in 2020 gepubliceerd door het Zorginstituut Nederland. Deze kwaliteitsstandaard is ondertekend door alle zorgsectoren die met medicatie te maken hebben, patiëntorganisaties en zorgverzekeraars. In de standaard staat beschreven welke medicatiegegevens beschikbaar moeten zijn voor elke zorgverlener die medicatie voorschrijft, ter hand stelt of toedient en dat deze zorgverlener verantwoordelijk is voor verificatie van deze informatie.

In de nieuwe kwaliteitsstandaard zijn de verantwoordelijkheden van voorschrijver, apotheker, toedieners (zoals verpleegkundigen en verzorgenden) en de patiënt aangescherpt en afgestemd op de praktijk. De basisset van medicatiegegevens, die altijd aanwezig dient te zijn op het moment van verlenen van zorg, is vastgesteld. Verificatie van de beschikbare medicatiegegevens in een gesprek met de patiënt blijft essentieel. Nieuw is dat niet altijd medicatieverificatie hoeft plaats te vinden, maar dat dit afhankelijk is van de professionele risico-inschatting van de voorschrijver of apotheker. Naast voorgeschreven en verstrekte medicatie wordt voortaan ook de medicatieafspraak, toedieningsafspraak en het medicatiegebruik geregistreerd en is overdracht van medicatiegegevens naar verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorgorganisaties, trombosediensten en tandartsen ook mogelijk. In de gehele keten dus. Essentieel is de uitwerking van de digitale uitwisseling van de medicatiegegevens tussen alle zorgverleners met toestemming van de patiënt.

 

Het programma Medicatieoverdracht lost dit probleem op door te zorgen dat zorgverleners en zorginformatiesystemen dezelfde taal spreken en door zorgprocessen rondom medicatie in verschillende zorgsectoren op elkaar af te stemmen. Welke medicatie-informatie hebben we nodig, hoe registreren we die informatie en hoe gaan we dat met elkaar delen? Daarover zijn afspraken gemaakt die het programma nu implementeert.

Het resultaat is dat zorgverleners, en patiënten zelf, altijd kunnen beschikken over een actueel en compleet medicatieoverzicht. Voor toedieners van medicatie realiseert het programma een verbeterde digitale toedienlijst. Ook realiseren we een verbetering van het receptenverkeer. Zorgverleners krijgen bijvoorbeeld inzicht in welke medicatie door een andere zorgverlener is gestopt of gewijzigd.

Per dag worden gemiddeld 75 mensen in het ziekenhuis opgenomen als gevolg van een vermijdbaar medicatie-incident. Een deel van deze incidenten komt doordat zorgverleners niet precies weten welke medicatie een patiënt al gebruikt. Daardoor schrijven ze bijvoorbeeld een medicijn voor dat niet samengaat met een ander medicijn dat de patiënt neemt.

Natuurlijk doen zorgverleners wel hun best om een zo compleet en actueel mogelijk medicatieoverzicht te hebben. Ze investeren bijvoorbeeld veel kostbare tijd in het bellen of mailen met collega’s of vragen het aan de patiënt zelf. Toch lukt het niet altijd om een compleet beeld te krijgen. Waarom is dat zo moeilijk? Dat komt doordat de informatie is opgeslagen in de informatiesystemen van verschillende zorgaanbieders, zoals de huisarts, de medisch specialist en de tandarts. Helaas kunnen deze zorginformatiesystemen geen of maar beperkte informatie met elkaar uitwisselen.

Met de opzet van het Nationaal Test- en Validatiecentrum (het NTV) in 2023 willen Nictiz en VZVZ leveranciers en zorgaanbieders in het gezondheidsdomein ondersteunen bij het ontwikkelen, implementeren en kwalitatief hoogwaardig ondersteunen van gegevensuitwisselingen. Op dit moment werkt het programma Medicatieoverdracht met een eigen Validatieloket. Het Validatieloket zal op termijn overgaan in het NTV. 

Vanuit het Validatieloket worden softwareleveranciers begeleid gedurende het hele implementatietraject van Medicatieoverdracht om zo efficiënt mogelijk maximaal resultaat te behalen. Het Validatieloket begeleidt bij testen en valideren waarbij het testen zowel zelftesten, als ketentesten en testen met zorgaanbieders voor de bruikbaarheid van de systemen omvat. In het Validatieloket werken mensen van Nictiz, VZVZ en het programma Medicatieoverdracht samen.

Met de komst van het NTV wordt de werkwijze van het Validatieloket bevestigd en formeel bekrachtigd. Het NTV is een gemeenschappelijke landelijke voorziening die bestaat uit test- en validatievoorzieningen waarin ‘Kwalificatie’ van Nictiz en ‘Acceptatie en Ketentesten’ van VZVZ geïntegreerd worden tot een uniforme en schaalbare Validatieaanpak. De aanpak is generiek, voor alle standaarden en voor alle leveranciers. Nictiz en VZVZ zetten het NTV zodanig op dat het als onafhankelijke test- en validatieorganisatie kan fungeren, ter ondersteuning van certificering (Wegiz).   

Onderstaand wordt per afspraak in het Integraal Zorgakkoord (IZA) besproken wat het raakvlak is met de gegevensuitwisselingen die door het programma Medicatieoverdracht worden geïmplementeerd. 

  1. Eenheid van taal en eenduidige gestandaardiseerde registratie is geborgd binnen de informatiestandaarden van Medicatieproces 9, Lab voor medicatie en CiO. 
  2. Uitwisseling van Zibs via FHIR. Leveranciers betrokken bij het programma zijn geïnformeerd over de gewenste transitie naar FHIR. De overgang wordt gefaciliteerd door de transformatiedienst van VZVZ. Die zorgt voor vertaling tussen CDA en FHIR over en weer. Voor communicatie naar de patiënt wordt conform het MedMij-stelsel gebruik gemaakt van FHIR.  
  3. Burgers beschikken over eigen gegevens via PGO (dat is tevens een verplichting vanuit de Wegiz). De patiënt is integraal onderdeel van Medicatieoverdracht, als sector in het implementatieprogramma en via use cases in de informatiestandaarden. In de Kickstart wordt de use case ‘medicatiegegevens beschikbaar stellen’ getoetst met 3 PGO’s.  
  4. Er wordt bij de ontwikkeling van informatiestandaarden gebruik gemaakt van (open) internationale standaarden, waar mogelijk. Vanuit het programma en de informatiestandaarden wordt deelgenomen aan HL7 Europe en IHE-werkgroepen en worden de EHDS-ontwikkelingen gevolgd. Zie Q&A over de EHDS. 
  5. VWS onderzoekt de verplichting van landelijke infranetwerken en gemeenschappelijke netwerken. Het programma Medicatieoverdracht stelt eisen aan de infrastructuur. Onderdeel daarvan is bijvoorbeeld het gebruikmaken van generieke functies (zie vraag 6). Er is daarnaast goed contact met de programma’s Landelijk Dekkend Netwerk en Landelijk VertrouwensStelsel van VWS. Medicatieoverdracht is als casus ingebracht in die programma’s. 
  6. Zorgaanbieders verbinden zich aan door VWS vastgestelde oplossingen voor de 6 generieke functies: toestemming, identificatie, authenticatie, autorisatie, lokalisering en adressering. Binnen het programma Medicatieoverdracht zijn afspraken gemaakt over de invulling van deze generieke functies, in aansluiting op de resultaten van het programma Generieke Functies. Toekomstbestendig UZI is daar onderdeel van. 
  7. Alle kerngegevens, inclusief medicatie, labuitslagen en contra-indicaties, zijn binnen 24 uur na registratie beschikbaar. Het beschikbaar stellen van medicatiegegevens is het doel van het programma Medicatieoverdracht. Registratie moet (waar mogelijk) realtime plaatsvinden na behandeling of beschikbaar komen.  
  8. Opzet landelijke organisatie onder verantwoordelijkheid van VWS gericht op ondersteuning van zorgaanbieders en leveranciers bij de implementatie van: Landelijke infrastructuur en Eenheid van taal (primair en secundair). Het programma Medicatieoverdracht coördineert en ondersteunt de implementatie door leveranciers en zorgaanbieders in opdracht van VWS. Sectoren, regio’s, VZVZ en Nictiz hebben daarbij allen een rol. 
  9. Meerjarenagenda ICT-portfolio zorg vertaald naar sectorale ontwikkelkalenders/vraagarticulatie. Afspraak is om in andere gegevensuitwisselingen geen eigen medicatie-zibs op te nemen maar te verwijzen naar de interactie van Medicatieproces 9. 
  10. VWS levert een beleidsvisie op t.a.v. gegevensbescherming incl. toestemmingsopties. 

Dit is inclusief de opties om toestemming voor delen van medicatiegegevens te vergemakkelijken. Vanuit het programma Medicatieoverdracht wordt gemonitord of en wanneer gebruik gemaakt kan/moet worden van de voorzieningen die ontstaan. Denk aan Toekomstbestendig UZI en Mitz.

De implementatie van het Programma Medicatieoverdracht past goed in de Nationale Visie en Strategie (NVS). Het doel is databeschikbaarheid van medicatiegegevens voor zorgverleners en de patiënt. Met Medicatieproces 9 wordt een totaalbeeld gegenereerd op basis van beschikbare medicatiegegevens van verschillende zorgaanbieders en met de patiënt als integraal onderdeel van de ‘medication loop’. 

Het uitgangspunt van de Nationale visie en strategie is beschikbaarheid van gezondheidsgegevens voor passende zorg. De strategie bestaat uit de plateaus: 1. Doen – interoperabiliteit, 2. Denken – netwerk georganiseerd en 3. Dromen – Integraal georganiseerd. We zitten nu in de fase ‘Doen’. 

De vier leidende principes van die fase zijn Databeschikbaarheid en eenheid van taal, Primair en secundair datagebruik zonder extra registratielast, Data en functionaliteit loskoppelen, Creëren van een markt die stimulerend is voor innovatie. Het programma Medicatieoverdracht is – voor zover nu te beoordelen – in lijn met de NVS. 

Per 1 juli 2023 is de kaderwet Elektronische gegevensuitwisseling in de zorg van kracht. Vervolgens gaan op vastgestelde data volgens de Meerjarenagenda Wegiz wettelijke verplichtingen per gegevensuitwisseling in. Dat gebeurt dan middels een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). 

Medicatieoverdracht is één van de vijf geprioriteerde gegevensuitwisselingen onder de Wegiz. Het verplicht zorgaanbieders gecertificeerde software te gebruiken volgens NEN-normen, zoals de NEN7503 (voorschrijven en ter hand stellen van medicatie) en NEN7542 (elektronische verwerking en uitwisseling van medicatiegegevens) die nu in ontwikkeling zijn. De IGJ houdt toezicht op de naleving bij de zorgaanbieders. 

Deze NEN-normen verwijzen naar de informatiestandaard Medicatieproces 9 en sluiten aan op de kwaliteitsstandaard Overdracht van medicatiegegevens in de keten. 

Versturen van een recept door de huisarts aan de terhandsteller werd op 1 januari 2024 van kracht (spoor 1, elektronisch uitwisselen). Uitwisseling naar de patiënt voor de spoor 1 uitwisseling wordt per 1 juli 2024 van kracht. De uitwisselingen Medicatiegegevens (spoor 2,  conform Medicatieproces 9) wordt van kracht in 2026. Dat betekent dat vanaf dat moment uitwisseling van medicatiegegevens verplicht is conform Medicatieproces 9. Laboratoriumgegevens voor medicatie en Contra-indicaties en overgevoeligheden volgen daarna.  

Met het wetsartikel 1.4 lid 6 is uitwisseling naar de patiënt een belangrijk onderdeel van de Wegiz. Zorgaanbieders worden in principe verplicht, per gelijke datum als de verplichting op uitwisseling zorgverlener-zorgverlener, gegevens via het PGO beschikbaar te stellen. De PGO’s vallen niet onder het stelsel Wegiz en hoeven niet gecertificeerd te worden. 

De European Health Data Space (EHDS) is een verordening van de Europese Commissie voor grensoverschrijdende elektronische uitwisseling van medische gegevens.  Nederland moet daaraan voldoen. 

Binnen de EHDS wordt naar verwachting in 2029 als eerste de use case European Patiënt Summary verplicht als grensoverschrijdende gegevensuitwisseling, waarin ook medicatiegegevens worden gedeeld in de vorm van een Medication Summary. De use case ePrescription and eDispensation volgt naar verwachting ook in 2029 en beschrijft de uitwisseling van medicatiegegevens (voorschrijven en verstrekken) tussen EU-Lidstaten. Nederland wordt verplicht aan de EHDS te voldoen.  

Nictiz heeft in 2025 op verzoek van VWS een fit-gap analyse uitgevoerd om te beoordelen in hoeverre de Nederlandse situatie aansluit op de Europese eisen, bezien vanuit alle lagen van het interoperabiliteitsmodel. Lees hier meer. 

Elektronische gegevens beter uitwisselen waardoor wél een actueel en volledig medicatieoverzicht beschikbaar is. Dat is van belang voor heel de zorgketen. De patiëntveiligheid verbetert en het bespaart zorgverleners veel tijd na implementatie in de keten. Daarom werken negen zorgsectoren en hun IT-leveranciers, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Patiëntenfederatie Nederland, MIND, RSO Nederland, Zorgverzekeraars Nederland, Nictiz en VZVZ hier samen aan.

Voor zorgaanbieders

Op dit moment zijn de twee informatiestandaarden in ontwikkeling. Dat betekent dat veel specificaties al zijn opgeschreven, maar dat er met name nog met de zorgprofessionals wordt gekeken wat dit betekent voor de implementatie en zorgproces, de zogenoemde werkprocesafspraken. Daarna moeten ook deze informatiestandaarden eerst op kleine schaal beproefd worden voordat ze breed kunnen worden geïmplementeerd. Dit zal gebeuren na afronding van de Kickstart Medicatieoverdracht.

Ja, de informatiestandaarden die het programma Medicatieoverdracht implementeert (Medicatieproces 9, Labwaarden voor medicatie en Contra-indicaties en overgevoeligheden) zijn zorgbreed toepasbaar.

Ja, dat wordt wettelijk verplicht. Op 1 juli 2023 is de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) ingegaan. De Wegiz is een kaderwet die met ‘algemene maatregelen van bestuur’ (AMvB’s) gegevensuitwisselingen aanwijst die verplicht elektronisch moeten plaatsvinden. Medicatieoverdracht is een van de vijf gegevensuitwisselingen die prioriteit hebben onder de Wegiz. Dit betekent dat zorgaanbieders verplicht worden om software te gebruiken die gecertificeerd is volgens NEN-normen, zoals de NEN7503 en NEN7542 die nu in ontwikkeling is. De basis van deze NEN-normen is de informatiestandaard Medicatieproces 9 die weer onderdeel is van de kwaliteitsstandaard Overdracht van medicatiegegevens in de keten.

Lees hier meer over wat je nu als zorgaanbieder al kan doen.

Zorgverleners kunnen blijven werken met de bestaande registratiesystemen (bijvoorbeeld elektronisch patiëntendossier (EPD), elektronisch cliëntendossier (ECD), elektronische toedienregistratie (eTDR), elektronisch voorschrijfsysteem EVS). Softwareleveranciers bouwen aan de ‘achterkant’ de informatiestandaard in zodat gegevens uitwisselbaar worden tussen alle systemen. Door de gegevens eenduidig vast te leggen en uitwisselbaar te maken, is snel een compleet en actueel medicatieoverzicht digitaal op te vragen. Gegevens die nu vaak in vrije tekst worden geregistreerd, worden met de informatiestandaard eenduidig, door iedereen op dezelfde manier, vastgelegd. Het kan dus zijn dat je als zorgverlener de medicatiegegevens straks op een andere manier moet registeren in je informatiesysteem. Voor een goed resultaat is het heel belangrijk dat de zorgverleners medicatiegegevens op de afgesproken manier vastleggen in het informatiesysteem zodat ze uitwisselbaar worden.

Een deel van de afspraken die de sectoren hebben gemaakt over het uitwisselen van medicatiegegevens in de keten wordt gerealiseerd door de softwareaanpassing. Daarnaast zijn er afspraken die je als zorgverlener zelf in praktijk brengt.

Je kunt je al inlezen in het algemene implementatiehandboek voor zorgaanbieders.  Dit handboek kan op basis van de ervaringen van de Kickstart nog veranderen.

Op de sectorpagina’s staat per sector het e-mailadres van de projectleider.

In de Kickstart Medicatieoverdracht is gekozen voor het LSP als infrastructuur. In de toekomst is uitwisseling via een andere infrastructuur wellicht ook mogelijk.

Ja, daarvoor is subsidie beschikbaar. Meer informatie op te vragen via dit formulier.

Voor ICT-leveranciers

Voor leveranciers die niet deelnemen aan de Kickstart is dezelfde documentatie beschikbaar gesteld als voor de deelnemers aan de Kickstart. Deze documentatie bestaat onder andere uit de bouwdocumentatie, de tooling en diverse kennissessies die terug te kijken of te luisteren zijn. Hiermee kun je als leverancier een eerste impactbepaling en/of inspanningsanalyse maken.

Alle informatie en documentatie die beschikbaar is voor ondersteuning tijdens het bouw- en ontwikkeltraject is hier te vinden. Houd er rekening mee dat deze documentatie gedurende de Kickstart kan veranderen.

Jouw persoonlijke begeleiding start bij het Validatieloket. Dit loket begeleid je bij de veranderingen die doorgevoerd moeten worden in de software en/of werkprocessen, het zorgt voor hulpmiddelen om deze veranderingen te testen en het valideert de software. Via het aanmeldformulier kun je je aanmelden voor een (digitaal) intakegesprek.

Ben je nog niet zo ver met de voorbereiding, maar ben je wel geïnteresseerd? Geef dit alvast aan via dit formulier. Wij nemen contact met je op en voorzien je van de beschikbare informatie

Op dit moment zijn de twee informatiestandaarden in ontwikkeling. Dat betekent dat veel specificaties al zijn opgeschreven, maar dat er met name nog met de zorgprofessionals wordt gekeken wat dit betekent voor de implementatie en zorgproces, de zogenoemde werkprocesafspraken. Daarna moeten ook deze informatiestandaarden eerst op kleine schaal beproefd worden voordat ze breed kunnen worden geïmplementeerd. Dit zal gebeuren na afronding van de Kickstart Medicatieoverdracht.

Ja, de informatiestandaarden die het programma Medicatieoverdracht implementeert (Medicatieproces 9, Labwaarden voor medicatie en Contra-indicaties en overgevoeligheden) zijn zorgbreed toepasbaar.

In de Kickstart Medicatieoverdracht is gekozen voor het LSP als infrastructuur. In de toekomst is uitwisseling via een andere infrastructuur wellicht ook mogelijk.

De volgende leveranciers doen mee in de Kickstart: ASolutions, CareConnections, CGM, Chipsoft, Dedalus, Farmedvisie, Medimo, Medxpert (PGO), Smartmed, Quli (PGO), Zorgdoc (PGO). Ook hier te vinden.

Voor leveranciers die niet deelnemen aan de Kickstart is dezelfde documentatie beschikbaar gesteld als voor de deelnemers aan de Kickstart. Deze documentatie bestaat onder andere uit de bouwdocumentatie, de tooling en diverse kennissessies die terug te kijken of te luisteren zijn. Hiermee kun je als leverancier een eerste impactbepaling en/of inspanningsanalyse maken.

Alle informatie en documentatie die beschikbaar is voor ondersteuning tijdens het bouw- en ontwikkeltraject is hier te vinden. Houd er rekening mee dat deze documentatie gedurende de Kickstart kan veranderen.

Jouw persoonlijke begeleiding start bij het Validatieloket. Dit loket begeleidt je bij de veranderingen die doorgevoerd moeten worden in de software en/of werkprocessen, het zorgt voor hulpmiddelen om deze veranderingen te testen en het valideert de software. Via het aanmeldformulier kun je je aanmelden voor een (digitaal) intakegesprek.

Ben je nog niet zo ver met de voorbereiding, maar ben je wel geïnteresseerd? Geef dit alvast aan via dit formulier. Wij nemen contact met je op en voorzien je van de beschikbare informatie.

Ja, daarvoor is subsidie beschikbaar. Meer informatie op te vragen via dit formulier.

Kickstart Medicatieoverdracht

Zorgverleners rondom een patiënt of cliënt hebben niet altijd een actueel en volledig medicatieoverzicht. Daardoor wordt niet altijd de juiste medicatie voorgeschreven of toegediend. Elektronische gegevens beter uitwisselen waardoor wél een actueel en volledig medicatieoverzicht beschikbaar is. Dat is van belang voor heel de zorgketen.

Regio-organisaties GERRIT (regio Friesland) en RijnmondNet (regio Rijnmond) zijn in oktober 2022 met zorgaanbieders en hun leveranciers als eerste gestart met de implementatie van medicatieoverdracht. Zij implementeren de nieuwe informatiestandaard Medicatieproces 9 in combinatie met de richtlijn ‘Overdracht van medicatiegegevens in de keten’ in een meerjarige Kickstart. Hiermee start de landelijke uitrol van medicatieoverdracht in de keten.

Tijdens de Kickstart wordt HL7v3 en FHIR gebruikt.

Regio’s met belangstelling of vragen kunnen zich melden via contact@medicatieoverdracht.nl. Het is een goed idee om Medicatieoverdracht te volgen zodat je weet wanneer de opschaling naar meer regio’s start. Meld je aan voor de nieuwsbrief en volg het programma Medicatieoverdracht op LinkedIn.

RSO Nederland en de RSO’s die de huidige Kickstartregio’s coördineren, delen hun kennis en ervaring graag met andere regio’s. Meer informatie vind je hier: Medicatieoverdracht – RSO NL

De implementatie is gestart op kleine schaal in de Kickstart Medicatieoverdracht. We werken toe naar een livegang van een eerste keten van zorgaanbieders in 2025. Daarna begint de uitbreiding naar alle zorgaanbieders in Nederland. Vanuit de Kickstart zal eerst in beide Kickstartregio’s meer volume worden gecreëerd. Daarna zullen volgende regio’s aan de gang kunnen. Het is nu nog moeilijk om precies te zeggen wie wanneer aan de beurt is en wanneer iedereen op deze manier kan werken. Er zijn immers 16.000 zorgaanbieders in Nederland en 75 softwareleveranciers.

In de Kickstart Medicatieoverdracht is gekozen voor het LSP als infrastructuur. In de toekomst is uitwisseling via een andere infrastructuur wellicht ook mogelijk.

Aan de Kickstart doen in totaal 13 zorgaanbieders, 10 verschillende zorginformatiesystemen (van 8 verschillende leveranciers en 3 PGO’s deel.

In de regio Friesland werkt penvoerder GERRIT (RSO) met de deelnemende zorgorganisaties: Stichting Antonius Zorggroep (Sneek), Gezondheidscentrum Makkum, Apotheek De Dokkumer Wâlden, Stichting Alliade, Stichting Geestelijke Gezondheidszorg Friesland, Stichting Patyna. De XIS-softwareleveranciers zijn: CGM, FarMedvisie, Chipsoft, CareConnections en Enovations Medimo, de PGO-leveranciers zijn: Zorgdoc, Medxpert en Quli.

In de regio Rijnmond werkt penvoerder Stichting RijnmondNet (RSO) met de deelnemende zorgorganisaties: Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam, Huisartsenpraktijk Emmapark, Huisartsenpraktijk Bender, Apotheek Pijnacker Centrum, Poli-apotheek Sint Franciscus Gasthuis, Stichting Laurens, Stichting Star-shl. De XIS-softwareleveranciers zijn: CGM, FarMedvisie, Chipsoft, Smartmed, iSoft, en Asolutions Healthcare, de PGO-leverancier is: Zorgdoc.

In de Kickstartregio’s wordt de nieuwe informatiestandaard Medicatieproces 9 in combinatie met de richtlijn ‘Overdracht van medicatiegegevens in de keten’ geïmplementeerd. In de Kickstart worden de stappen Voorbereiding (0), Voorschrijven (3), Verificatie en gebruiken (4), Verstrekken (5) en Toedienen (6) geïmplementeerd. In het implementatiehandboek zorgaanbieders vind je meer informatie over wat elke stap inhoudt. Op basis van de opgehaalde ervaringen tijdens de Kickstart wordt dit handboek aangepast. Ook voor leveranciers is documentatie voor implementatie opgesteld.

De deelnemers aan de Kickstart delen hun praktijkervaringen. Als dat nodig is, worden de informatiestandaard en de werkprocesafspraken bijgesteld. Zo wordt voorbereid op de landelijke implementatie van medicatieoverdracht in de keten.

Elektronische gegevens beter uitwisselen waardoor wél een actueel en volledig medicatieoverzicht beschikbaar is. Dat is van belang voor heel de zorgketen. De patiëntveiligheid verbetert en het bespaart zorgverleners veel tijd na implementatie in de keten. Daarom werken negen zorgsectoren en hun IT-leveranciers, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Patiëntenfederatie Nederland, MIND, RSO Nederland, Zorgverzekeraars Nederland, Nictiz en VZVZ hier samen aan.

Abonneer je op de nieuwsbrief Medicatieoverdracht om op de hoogte te blijven van de alle ontwikkelingen rondom de Kickstart (1x per 6 weken). Of volg ons op LinkedIn om altijd op de hoogte te zijn van de laatste ontwikkelingen.

Vragen of meer weten?

Contact

Voor vragen en meer informatie is het programmabureau bereikbaar via het contactformulier op deze pagina.

Deelnemen aan het

programma Medicatieoverdracht?

Contactformulier

Vraag of opmerking

Ga naar boven

Volg ons