Als zorgverlener hoef je niet zelf uit te zoeken hoe je met de informatiestandaarden Medicatieproces 9 (MP9), Contra-indicaties en Overgevoeligheden (CiO) of Lab2Zorg moet werken. De implementatie hiervan gebeurt via het zorginformatiesysteem dat jouw organisatie gebruikt. Iedere zorgaanbieder wijst een projectleider aan die zorgt voor de inrichting van de software, scholing van zorgverleners en de implementatie van ketenafspraken. Wat jij als zorgverlener moet doen, hangt af van hoe jouw zorginstelling dit organiseert.
Wil je zelf op de hoogte blijven van de voortgang van het programma Medicatieoverdracht? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief of volg de updates via LinkedIn .
De verantwoordelijkheden van zorgverleners die zowel bij het ontvangen als het ophalen van medicatiegegevens gelden zijn:
- Bij het ontvangen van een notificatie van het ontvangen van gegevens of bij het actief opvragen van gegevens, beoordeelt de zorgverlener of de medicatiegegevens kloppen en relevant zijn voor de behandeling.
- De zorgverlener verwerkt relevante medicatiegegevens op tijd en bewaart deze correct in het patiënt- of cliëntendossier.
- Onjuiste of irrelevante medicatiegegevens worden niet opgenomen in het dossier. De zorgverlener informeert de verzender of auteur van de medicatiegegevens of wijzigt de medicatie zodat ze juist zijn en overgenomen kunnen worden in het dossier.
- Medicatieafspraken moeten bewust worden geaccepteerd. Bij acceptatie vraagt het op een beoordeling van de eigen bevoegdheid en bekwaamheid, van degene die accepteert, om de behandeling voort te zetten.
Als een zorgverlener nieuwe medicatiegegevens heeft die relevant zijn voor de keten, dan is hij/zij altijd verplicht om deze met andere zorgverleners te delen door deze gegevens beschikbaar te stellen. Hierdoor heeft een volgende zorgverlener voor het verlenen van zorg een zo compleet mogelijk beeld van de basisset medicatiegegevens. Hierdoor kan het verlenen van veilige zorg gewaarborgd worden. Een belangrijke voorwaarde is wel dat de patiënt hier toestemming voor heeft gegeven, voor meer informatie zie ook de vraag: Mag ik als zorgverlener medicatiegegevens beschikbaar stellen en sturen zonder toestemming van de patiënt/cliënt?.
Op het moment dat de zorgverlener medicatiegegevens beschikbaar stelt of stuurt naar andere zorgverleners is hij/zij verantwoordelijk voor de juistheid van de verstuurde gegevens. Als andere zorgverleners snel op de hoogte moeten zijn, bepaalt de zorgverlener die beschikbaar stelt of stuurt op basis van de eigen professionele inschatting of er extra acties noodzakelijk zijn om andere zorgverleners in de keten op de hoogte te brengen
Een zorgverlener is verplicht om gegevens die zich nog niet in het patiënt-/cliëntdossier bevinden actief te raadplegen op het moment dat hij/zij zorg gaat verlenen. Daarnaast in het kader van goed hulpverlenerschap moet een zorgverlener actief vragen naar relevante medicatiegegevens voordat een behandeling gaat starten en de opgehaalde medicatiegegevens verwerken in het patiënt- of cliëntdossier voor zover dit relevant is voor het leveren van goede zorg. Dit is gelijk aan de huidige situatie waarin een zorgverlener een medicatieverificatiegesprek voert met een patiënt/cliënt.
Een voorschrijver kan de verantwoordelijkheid van de medicamenteuze behandeling aan een opvolgende zorgverlener overdragen. In dat geval moet voor de opvolgende zorgverlener duidelijk zijn dat deze de verantwoordelijkheid moet overnemen en welke zorg geleverd moet worden, zodat deze kan beoordelen of hij zich bekwaam acht om de zorg en daarmee de verantwoordelijkheid over te nemen.
In dit geval vervalt de verantwoordelijkheid van de oorspronkelijke auteur van de medicatieafspraak, tenzij zich op basis van de medicatieafspraak schade heeft voorgedaan die zich in een later stadium openbaart en is toe te rekenen aan de eventueel gemaakte fouten van de auteur van de medicatieafspraak.
Als een voorschrijver een verstrekkingsverzoek maakt onder de medicatieafspraak van een andere voorschrijver zonder de behandeling over te nemen, dan blijft de verantwoordelijkheid van de oorspronkelijke voorschrijver en auteur van de medicatieafspraak in stand.
Praktijkvoorbeelden
- Een huisarts maakt een medicatieafspraak; de huisartsenpost doet een verstrekkingsverzoek. De huisarts blijft verantwoordelijk voor de medicatieafspraak en het behandelbeleid; de huisartsenpost beoordeelt wel de veiligheid van de verstrekking.
- Een specialist maakt een medicatieafspraak; een huisarts vult aan zonder de behandeling over te nemen maar beoordeelt wel de veiligheid van de verstrekking. De specialist blijft verantwoordelijk voor de medicatieafspraak.
- Binnen dezelfde praktijk doet een collega-huisarts een verstrekkingsverzoek op basis van de medicatieafspraak van de vaste huisarts. De vaste huisarts blijft verantwoordelijk voor de medicatieafspraak maar de collega-huisarts beoordeelt wel de veiligheid van de verstrekking.
Als zonder toestemming van de patiënt/cliënt medicatiegegevens naar een zorgverlener worden gestuurd die niet bij de behandeling is betrokken, is er in principe sprake van een datalek. Ondanks dat er geen behandelrelatie is, zal dit voor de patiënt/cliënt waarschijnlijk geen grote gevolgen hebben, aangezien deze zorgverlener ook gebonden is aan zijn beroepsgeheim.
Het beleid van de zorgorganisatie over informatiebeveiliging moet uitleggen hoe er gehandeld moet worden in deze situatie. Er zal in ieder geval zo snel mogelijk een interne melding gemaakt moeten worden bij de functionaris gegevensbescherming. Daarnaast moet ook de zorgverlener die de gegevens per ongeluk heeft ontvangen zo snel mogelijk worden gevraagd om de gegevens te verwijderen.
Als een zorgverlener medicatiegegevens ontvangt van een patiënt/cliënt die diegene niet behandelt en die daarvoor geen toestemming heeft gegeven, is dat een datalek van de verzendende zorgverlener. Dit zal voor de patiënt/cliënt waarschijnlijk geen grote gevolgen hebben, aangezien deze zorgverlener ook gebonden is aan zijn beroepsgeheim. In principe zou de ontvangende zorgverlener de ontvangen gegevens meteen moeten verwijderen en de verzendende zorgverlener zo snel als mogelijk informeren. Zo kan de verzendende zorgverlener deze fout registreren en de gegevens alsnog naar de juiste zorgverlener versturen.
De snelheid van afhandeling is belangrijk voor de continuïteit van zorg. Alle betrokken zorgverleners moeten handelen volgens het principe ‘zo snel als nodig’, met een maximale termijn van 24 uur. Dit zorgt voor patiëntveiligheid en goede voortgang van zorg. Als technische ondersteuning niet goed werkt, moeten zorgverleners handmatig zorgen voor tijdige overdracht van medicatiegegevens. In bijzondere situaties, zoals spoedeisende zorg of overplaatsing, gelden specifieke richtlijnen om de continuïteit en veiligheid te waarborgen. Vraag altijd bij je eigen zorginstelling na welke afspraken er voor jou gelden.
Beschikbaar stellen
Je mag geen medicatiegegevens beschikbaar stellen aan andere zorgverleners zonder de toestemming van de patiënt/cliënt. Bij zorginformatiesystemen waarbij medicatiegegevens beschikbaar worden gesteld is er altijd uitdrukkelijke toestemming van de patiënt/cliënt nodig.
Sturen
Als een zorgverlener, in het kader van goede zorg, denkt dat het nodig is om gegevens te delen met een andere zorgverlener(s), dan kan deze zorgverlener de gegevens betreffende de behandeling alleen sturen naar één of meer specifieke andere zorgverlener(s), als dat de patiënt duidelijk en expliciet heeft aangegeven dat deze met deze andere zorgverlener(s) een (beoogde) behandelrelatie heeft. Toestemming van de patiënt mag in dat geval worden verondersteld en de gegevens mogen zonder expliciete toestemming van de patiënt worden verstuurd naar deze zorgverlener(s). Als een patiënt nadrukkelijk heeft aangegeven géén toestemming te geven voor het delen van medicatiegegevens met andere zorgverleners in de keten mag een zorgverlener géén medicatiegegevens sturen. De zorgverlener is op dat moment verplicht om de patiënt/cliënt te wijzen op eventuele gevolgen. In dat geval is de patiënt/cliënt zelf verantwoordelijk voor het informeren van de volgende zorgverlener(s). Als er relevante wijzigingen in de medicatiegegevens zijn, wordt het medicatieoverzicht meegegeven aan de patiënt/cliënt na het bezoek/consult.
Bij het versturen van gegevens naar zorgverleners met wie de patiënt/cliënt geen (beoogde) behandelrelatie heeft is expliciete toestemming vereist.