Skip to the main content

Onvoldoende overdracht na ontslag uit het ziekenhuis

In deze rubriek staan praktijkcasussen waarvoor digitale medicatieoverdracht een oplossing biedt. Deze casus is een van de praktijkprikkels van het Instituut voor Voorkomen Medicatie-Incidenten (VMI) en gaat over overdracht van medicatiegegevens na ontslag uit het ziekenhuis.

Medicatieoverdracht na ontslag uit het ziekenhuis is een belangrijke bron van medicatie-incidenten. Medicatiegegevens in ontslagbrieven en op ontslagrecepten moeten volgens de richtlijn ‘Overdracht van Medicatiegegevens in de keten’ onderdeel zijn van de basisset medicatiegegevens die op het (actueel) medicatieoverzicht (AMO) vermeld staat. Regelmatig klopt ontslaginformatie niet, zoals ook blijkt uit onderstaande meldingen die tot levensbedreigende situaties hebben geleid voor beide patiënten.

Meldingen

  1. Bij een patiënt die op de IC met een lithiumintoxicatie is opgenomen, ziet de intensivist dat deze patiënt 4 maanden eerder ook opgenomen is geweest met een dergelijke intoxicatie. Bij ontslag na de eerste opname is de lithiumdosering verlaagd. Deze dosisverlaging was niet bekend bij de behandelaar buiten het ziekenhuis, waardoor de patiënt een te hoge dosis bleef gebruiken. De patiënt herstelt gelukkig volledig.
  2. Bij een patiënt die een operatie krijgt, staakt de arts-assistent clopidogrel. Na ontslag uit het ziekenhuis moet clopidogrel weer worden gestart. Dit laatste gebeurt niet omdat de arts-assistent dit niet vermeld heeft in de ontslagbrief en op het ontslagrecept. Na verloop van tijd, wordt de patiënt thuis getroffen door een CVA. De patiënt overleeft het CVA, maar herstelt niet volledig.

Analyse en vooruitblik naar informatiestandaard Medicatieproces 9
Onderzoek van Elien Uitvlugt[1] naar de overdracht van medicatiegegevens van de tweede naar de eerste lijn laat zien dat de aan medicatie gerelateerde informatie in 37 procent van de 99 onderzochte ontslagbrieven niet volledig is. Bij 16 procent van de ontslagen patiënten worden alle medicatiegegevens correct in het HIS vermeld. Veel informatie gaat verloren waardoor patiënten – zoals uit bovenstaande meldingen blijkt – niet de goede farmacotherapie krijgen.

Een van de oorzaken van de overdrachtsproblemen is dat het recept twee doelen dient. Ten eerste is het recept een medicatieafspraak (MA) van de voorschrijver met de patiënt. Ten tweede is het recept een verstrekkingsverzoek (VV) of doorgeven van een wijziging in het gebruik door de voorschrijver aan de apotheker. In situaties waarin de voorschrijver een medicatieafspraak maakt met de patiënt en de apotheek gelijk aflevert, levert dit geen problemen op. In situaties waarin een (gewijzigde) medicatieafspraak niet gelijk leidt tot een verstrekkingsverzoek zoals in eerdergenoemde meldingen, kan dit een probleem opleveren wanneer in de ontslagbrief of op het ontslagrecept geen nadere informatie van de voorschrijver staat.

Om deze reden is de informatiestandaard Medicatieproces 9 ontwikkeld die de basis wordt voor het uitwisselen van medicatiegegeven voor alle zorgverleners en zorgsectoren. In Medicatieproces 9 zijn de medicatieafspraak en het verstrekkingsverzoek uit elkaar gehaald. De (gewijzigde) medicatieafspraak is voor alle betrokken zorgverleners in te zien, waarbij ook de wijzigingen en stops (zonder verstrekkingsverzoek) inzichtelijk worden.

Hoe ziet Medicatieproces 9 er in grote lijnen uit?
Medicatieproces 9 beschrijft de medicamenteuze behandeling (MBH) die opgebouwd is uit een aantal bouwstenen. De vier bouwstenen die te maken hebben met het voorschrijven en verstrekken van geneesmiddelen zijn:

  1. Voorschrijven: medicatieafspraak (MA)
  2. Voorschrijven: verstrekkingsverzoek (VV)
  3. Verstrekken: toedieningsafspraak (TA)
  4. Verstrekken: medicatieverstrekking (MVE)

Daarnaast is een drietal bouwstenen ontwikkeld voor het toedienen aan en het gebruik van medicatie door de patiënt[2].

Als een voorschrijver een medicatieafspraak voor een patiënt maakt, vult de apotheker deze na beoordeling concreet in met een toedieningsafspraak voor de patiënt. De apotheker kan een verzoek aan de voorschrijver doen om de medicatieafspraak aan te passen, bijvoorbeeld als een geneesmiddel niet leverbaar is of bij een medicatiebewakingssignaal. Als een geneesmiddel ook geleverd moet worden, doet de voorschrijver ook een verstrekkingsverzoek aan de apotheker. Op basis van het verstrekkingsverzoek verstrekt de apotheker de medicatie aan de patiënt.

Medicatieproces 9 wordt in de komende jaren zorgbreed geïmplementeerd. De verwachting is dat de kans op incidenten zoals beschreven in melding 1 en melding 2 een stuk kleiner wordt, omdat de benodigde informatie over de farmacotherapie, inclusief wijzigingen en stopberichten zonder verstrekkingsverzoek, ook beschikbaar komt voor externe zorgverleners, zoals onder andere huisartsen en openbare apothekers.

Medicatieproces 9 in de praktijk
Het voorbeeld van melding 1 betreft een medicatieafspraak voor lithium waarin de dosering is verlaagd. Dit leidt dus tot een nieuwe toedieningsafspraak van de apotheker aan de patiënt. Als de patiënt nog voldoende lithiumtabletten in huis heeft, en als de aangepaste dosering met deze tabletten te realiseren is, leidt dit niet tot een verstrekkingsverzoek van de arts aan de apotheker en dus ook niet tot een medicatieverstrekking van de apotheker aan de patiënt.

Het voorbeeld van melding 2 betreft een medicatieafspraak clopidogrel. De medicatieafspraak en bijbehorende toedieningsafspraak zijn voor de ingreep tijdelijk stopgezet. De medicamenteuze behandeling waar de bouwstenen onder vallen blijft wel doorlopen. Bij ontslag wordt een nieuwe medicatieafspraak en toedieningsafspraak gemaakt binnen de bestaande medicamenteuze behandeling. Doordat zowel de stop als de hervattingsbouwstenen worden uitgewisseld zijn zorgverleners geïnformeerd over de tijdelijke onderbreking en hervatting.

Aanbevelingen
Voor alle zorgverleners

  • Realiseer u dat de informatie in de ontslagbrief en op het ontslagrecept op dit moment niet altijd volledig is.
  • Draag in de periode dat Medicatieproces 9 nog niet is geïmplementeerd actief aan de volgende zorgverleners in de keten de farmacotherapie van de patiënt over.
  • Ga als Medicatieproces 9 is geïmplementeerd in uw softwaresysteem gebruikmaken van de mogelijkheden van Medicatieproces 9. Als alle zorgverleners gaan werken met Medicatieproces 9 en patiënten toestemming geven voor uitwisseling van medicatiegegevens, zal de kwaliteit van de medicatiegegevens in de basisset medicatiegegevens hoog zijn.

Voor alle ICT-leveranciers

  • Pas de softwaresystemen voor het voorschrijven, afleveren en toedienen van geneesmiddelen aan op basis van de eisen die Medicatieproces 9 daaraan stelt. Alleen als alle systemen ‘dezelfde taal’ spreken, kunnen gegevens tussen voorschrijvers, apothekers en toedieners goed worden uitgewisseld en kunnen incidenten zoals beschreven in beide meldingen eenvoudiger worden voorkomen

Bron: Praktijkprikkel website Medicijngebruik.

Voetnoten

[1] Uitvlugt E. Bridging the gaps in transitional pharmaceutical care. Proefschrift 2021

[2] Voor meer informatie over de bouwstenen voor Medicatieproces 9 kijk hier.

MSZ
Ga naar boven

Volg ons