Skip to the main content

Elektronische medicatieoverdracht in een stroomversnelling

Meer medicatieveiligheid door goede, elektronische uitwisseling van medicatiegegevens tussen zorgverleners onderling en met de patiënt. Dat is het doel van het programma Medicatieoverdracht. De implementatie is al begonnen in twee regio’s. Dit artikel, dat ook verschijnt in ICT&Health Magazine, zet de basisfeiten van het programma Medicatieoverdracht op een rij.

Het probleem
Per week worden gemiddeld 75 mensen in het ziekenhuis opgenomen als gevolg van een vermijdbaar medicatie-incident. Een deel van deze incidenten komt doordat zorgverleners niet precies weten welke medicatie een patiënt al gebruikt. Daardoor schrijven ze bijvoorbeeld een medicijn voor dat niet samengaat met een ander medicijn dat de patiënt neemt.

Natuurlijk doen zorgverleners wel hun best om een zo compleet en actueel mogelijk medicatieoverzicht te hebben. Ze investeren bijvoorbeeld veel kostbare tijd in het bellen of mailen met collega’s of vragen het aan de patiënt zelf. Toch lukt het niet altijd om een compleet beeld te krijgen. Waarom is dat zo moeilijk? Dat komt doordat de informatie is opgeslagen in de informatiesystemen van verschillende zorgaanbieders, zoals de huisarts, de medisch specialist en de tandarts. Helaas kunnen deze zorginformatiesystemen geen of maar beperkte informatie met elkaar uitwisselen.

De oplossing
Het programma Medicatieoverdracht lost dit probleem op door te zorgen dat zorgverleners en zorginformatiesystemen dezelfde taal spreken en door zorgprocessen rondom medicatie in verschillende zorgsectoren op elkaar af te stemmen. Welke medicatie-informatie hebben we nodig, hoe registreren we die informatie en hoe gaan we dat met elkaar delen? Daarover zijn afspraken gemaakt die het programma nu implementeert.

De basis is de kwaliteitsstandaard Overdracht van medicatiegegevens in de keten, in 2020 gepubliceerd door het Zorginstituut Nederland. Deze kwaliteitsstandaard is ondertekend door alle zorgsectoren die met medicatie te maken hebben, patiëntorganisaties en zorgverzekeraars. In de standaard staat beschreven welke medicatiegegevens beschikbaar moeten zijn voor elke zorgverlener die medicatie voorschrijft, ter hand stelt of toedient en dat deze zorgverlener verantwoordelijk is voor verificatie van deze informatie.

Drie informatiestandaarden maken de uitwisseling van deze basisset aan medicatiegegevens mogelijk: Medicatieproces 9 (gereed), Labwaarden voor medicatie (in ontwikkeling), Contra-indicaties en overgevoeligheden (in ontwikkeling). Een informatiestandaard legt tot in detail vast welke afspraken zorgaanbieders en softwareleveranciers hebben gemaakt over het uitwisselen van gegevens. Die afspraken gaan bijvoorbeeld over het soort gegevens dat wordt vastgelegd en uitgewisseld, door wie dat wordt gedaan en welke terminologie daarbij wordt gebruikt. De softwareleveranciers passen vervolgens hun zorginformatiesystemen aan waardoor de systemen medicatiegegevens digitaal met elkaar kunnen uitwisselen. Het doel van het programma Medicatieoverdracht wordt dan bereikt: met een druk op de knop een actueel en compleet medicatieoverzicht van elke patiënt voor elke zorgverlener én voor de patiënt zelf. Want doordat ook de leveranciers van Persoonlijke Gezondheidsomgevingen (PGO’s) hun software aanpassen, krijgen patiënten ook zelf volledig inzicht in hun medicatiegegevens.

Tegelijk met het medicatieoverzicht verbetert het programma Medicatieoverdracht het receptenverkeer en de toedienlijst voor toedieners van medicatie.

Het programma Medicatieoverdracht
In het programma Medicatieoverdracht werken 9 zorgsectoren (medisch specialistische zorg, vvt, huisartsenzorg, gehandicaptenzorg, publieke zorg, ggz, openbare farmacie, trombosezorg, mondzorg) en de sector Patiënt & cliënt samen. Per sector zijn alle relevante koepels en brancheorganisaties betrokken. Elke sector heeft een eigen sectorteam voor Medicatieoverdracht en betrekt zowel de zorgaanbieders als de softwareleveranciers. In totaal gaat het om zo’n 75 softwareleveranciers die de software leveren waarmee ruim 16.000 zorgaanbieders werken.

Nictiz voert het programmamanagement van het programma Medicatieoverdracht. Het landelijk team coördineert alle bovensectorale activiteiten, brengt expertise in en ondersteunt de implementatie. In het landelijk team werkt Nictiz nauw samen met VZVZ. VZVZ levert een aantal gemeenschappelijke voorzieningen (infrastructuur en diensten) die randvoorwaardelijk zijn voor medicatieoverdracht. Ook binnen het ministerie van VWS is een programmateam Medicatieoverdracht. Daarnaast doen ook Zorgverzekeraars Nederland en RSO Nederland mee.

Implementatie gestart
Sinds oktober 2022 beproeven 13 zorgaanbieders, 8 leveranciers van 10 zorginformatiesystemen en 3 leveranciers van PGO’s* de uitwisseling van medicatiegegevens binnen de Kickstart Medicatieoverdracht. Hiermee is het programma in een stroomversnelling beland. De softwareleveranciers zijn bezig met het inbouwen van de informatiestandaard Medicatieproces 9. Dit gebeurt in twee regio’s onder aanvoering van twee RSO’s: in regio Rijnmond trekt RSO RijnmondNet de kar, in Friesland is dat RSO GERRIT.

Sinds juli 2023 wordt de aangepaste software getest. Tijdens de testdagen komen alle deelnemende softwareleveranciers, vertegenwoordigers van GERRIT en RijnmondNet en de inhoudelijk deskundigen van het programma bij elkaar om te testen of het uitwisselen van informatie lukt volgens de nieuwe informatiestandaard. Inmiddels kijken ook zorgverleners mee. Of een bericht goed aankomt, is niet het enige waar zij op letten. De gebruiksvriendelijkheid van een systeem is minstens zo belangrijk. Is de informatie overzichtelijk? Moet ik niet onnodig vaak klikken? Dat zijn voor de zorgverleners belangrijke acceptatiecriteria. Als de software is getest en zo nodig aangepast, nemen de zorgaanbieders die deelnemen aan de Kickstart de software in de loop van 2024 in gebruik.

Landelijke opschaling
Als de eerste kleine groep zorgaanbieders met de software werkt en medicatiegegevens uitwisselt, gaat het programma zo snel mogelijk opschalen naar grotere groepen zorgaanbieders in Nederland. De verwachting is dat dat vanaf 2025 zal gebeuren. De eerste opschaling is voorzien in de twee regio’s waar nu de Kickstart plaatsvindt; steeds meer zorgaanbieders zullen daar op de nieuwe manier medicatiegegevens gaan uitwisselen. Daarna haken nieuwe regio’s aan. Zeker voor zorgaanbieders die werken met een softwareleverancier die deelneemt aan de Kickstart (zie opsomming onderaan dit artikel), kan het snel gaan. De software is dan immers al klaar. Maar ook met de eerste ‘volgleveranciers’ zijn de gesprekken al in een vergevorderd stadium. Naar verwachting zullen bijvoorbeeld Sanday en Epic op korte termijn beginnen met het aanpassen van hun software.

Er komt een periode dat een deel van de Nederlandse zorgaanbieders al wel en een deel nog niet de medicatiegegevens kan uitwisselen volgens informatiestandaard Medicatieproces 9. Het programma zorgt ervoor dat ook in die periode berichten kunnen worden uitgewisseld en de medicatieveiligheid is geborgd. Maar de zorgaanbieders hebben natuurlijk pas echt profijt van de aangepaste software als ook de partners in de keten ermee werken.

Wettelijke verplichting
Op 1 juli van dit jaar is de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) ingegaan. De Wegiz is een kaderwet die met ‘algemene maatregelen van bestuur’ (AMvB’s) gegevensuitwisselingen aanwijst die verplicht elektronisch moeten plaatsvinden. Medicatieoverdracht is een van de vijf gegevensuitwisselingen die prioriteit hebben onder de Wegiz. Dit betekent dat zorgaanbieders verplicht worden om software te gebruiken die gecertificeerd is volgens NEN-normen, zoals de NEN7503 en NEN7542 die nu in ontwikkeling is. De basis van deze NEN-normen is de informatiestandaard Medicatieproces 9 die weer aansluit bij de kwaliteitsstandaard Medicatieoverdracht.

Vooruitlopend op de verplichte uitwisseling van medicatiegegevens op basis van NEN-normen, is een eerste stap de AMvB waarmee huisartsen vanaf 1 januari 2024 verplicht zijn om onder de Wegiz elektronisch recepten te versturen aan de apotheker of apotheekhoudend huisarts.

Wat kun je nu al doen?
Uiteindelijk wordt het voor alle zorgaanbieders in Nederland verplicht om op een gestandaardiseerde manier elektronisch medicatiegegevens uit te wisselen. Wat kun je nu al doen om je voor te bereiden?

  • Zet het onderwerp medicatieoverdracht alvast op de agenda in je zorgorganisatie. Maak een persoon verantwoordelijk voor het volgen van de ontwikkelingen.
  • Zet het ook op de agenda in jouw regionale of ketensamenwerking. Gegevensuitwisseling doe je immers per definitie samen.
  • Vraag aan je softwareleverancier wanneer zij digitale medicatieoverdracht implementeren.
  • Ga samen met je softwareleverancier alvast aan de slag met invullen van de randvoorwaarden voor digitale gegevensuitwisseling. Denk aan: aansluiten op het Landelijk Schakelpunt (LSP) en overige voorzieningen zoals ZORG-AB en toestemmingsvoorziening Mitz. Kijk op vzvz.nl/diensten voor meer informatie. In de Kickstart is overigens gekozen voor het LSP als infrastructuur, in de toekomst is uitwisseling via een andere infrastructuur wellicht ook mogelijk.
  • Zoek contact met je sectorteam Medicatieoverdracht, contactgegevens vind je op deze website onder ‘Deelnemen’ per sector.

Dit artikel is ook verschenen in ICT&Health Magazine nr. 6 – 2023

*Deze softwareleveranciers doen mee aan de Kickstart Medicatieoverdracht en bouwen dus als eerste de informatiestandaard Medicatieproces 9 in.
Leveranciers van zorginformatiesystemen: ASolutions, CareConnections, CGM, Chipsoft, FarMedvisie, Dedalus, Medimo, SmartMed. PGO’s: Medxprt, Quli, Zorgdoc.

Dit artikel is ook in het Engels beschikbaar.

Ga naar boven

Volg ons