Skip to the main content

‘Bij een spoedopname zijn fouten snel gemaakt’

Zoë Buijnsters heeft drie jaar gewerkt als arts in het ziekenhuis. Zij heeft in de praktijk gezien dat met digitale medicatieoverdracht nog veel te winnen is. Nu ze bij het programma Medicatieoverdracht werkt, draagt ze hier zelf aan bij. Haar kennis van het werkveld komt daarbij goed van pas.

Waar liep je als zorgverlener in de praktijk tegenaan op het gebied van medicatieoverdracht?
‘’Als zorgverlener loop je vaak aan tegen niet volledige medicatiedossiers van patiënten. Een patiënt opzoeken in het systeem en direct een juist medicatieoverzicht krijgen, is niet de normaalste zaak. Er zit veel tijd in het krijgen van een volledig dossier. Je moet bijvoorbeeld andere artsen bellen om de juiste informatie te verzamelen.

Ook bij een spoedopname van een patiënt loop je hier tegenaan. Ik heb zelf ervaren dat er dan geen tijd is om naar andere huisartsen of ziekenhuizen te bellen voor informatie. En de patiënt zelf weet het niet altijd of is niet aanspreekbaar. Dit betekent dit dat je dan op dat moment moet kiezen wat je gaat doen, terwijl je dit eigenlijk op de volledige (achtergrond)informatie wilt baseren. Fouten zijn dan snel gemaakt.’’

Was je al eerder bekend met het programma Medicatieoverdracht?
‘’Tijdens mijn werk had ik niet eerder van het programma Medicatieoverdracht gehoord. Ook als ik oud-collega’s of kennissen uit het vak spreek, weten zij niet dat dit programma in ontwikkeling is. Als arts ben je zo met je werk bezig, dat je alles eromheen niet meekrijgt tot iemand het je specifiek vertelt. Ik vind het heel mooi dat ik daar nu aan kan bijdragen.

Ik denk dat als we verder in het proces zijn van de landelijke uitrol, het programma wel meer bekendheid krijgt omdat zorgorganisaties dan in actie moeten komen.’’

Wat is jouw rol binnen het programma?
‘’Ik ben binnen de Kickstart Medicatieoverdracht een schakel tussen de informatiestandaard Medicatieproces 9 en de zorgaanbieders. Tijdens de Kickstart test een kleine groep zorgaanbieders en softwareleveranciers het werken volgens deze nieuwe informatiestandaard voor het uitwisselen van medicatiegegevens. Als vanuit deze zorgaanbieders vragen komen over de informatiestandaard, dan komen zij bij mij terecht.

Zorgaanbieders vragen bijvoorbeeld welke gegevens beschikbaar zijn voor alle zorgverleners in de keten. Of hoe om te gaan met het registeren en uitwisselen van ad-hoc medicatietoedieningen op de spoedeisende hulp. Maar ook de vraag wat er gebeurt als een patiënt geen toestemming geeft om gegevens te delen.’’

Is jouw praktijkervaring van toegevoegde waarde binnen het programma?
‘’Jazeker. Ik begrijp de materie makkelijker omdat ik zelf in de zorg heb gewerkt. Als zorgverleners hun werkproces omschrijven, dan komen er regelmatig afkortingen voorbij en vaak ken ik die al. Ook ben ik bekend met hoe het eraan toegaat in bepaalde zorginstellingen. Dit helpt bij het meedenken bij vragen over hoe de informatiestandaard te implementeren op de werkvloer.’’

Ga naar boven

Volg ons