Skip to the main content

FAQ’S Medicatieoverdracht

FAQ's

Vragen en antwoorden over het programma Medicatieoverdracht vind je hier.

Algemeen Medicatieoverdracht

Het VIPP-programma Farmacie bestaat uit drie modules: 1) implementeren van de drie informatiestandaarden Medicatieproces 9, Lab en Contra-indicaties en Overgevoeligheden, 2) begeleiding van de patiënt bij het gebruik van PGO’s (Persoonlijke Gezondheidsomgevingen) en 3) medicatiebewaking. Qua techniek horen 1) en 2) bij het programma Medicatieoverdracht. Daarom is het logisch dat VIPP Farmacie de sectorale uitvoering van medicatieoverdracht voor openbare farmacie op zich heeft genomen.

Digitale medicatieoverdracht voorkomt ziekenhuisopnamen door medicatiefouten. Naast de logistieke informatie komt ook de reden van voorschrijven (therapeutische informatie) beschikbaar. Wijzigingen in de dosering of het stoppen met medicatie worden hierdoor inzichtelijk waardoor medicatiebewaking en -verificatie efficiënter kan plaatsvinden. Bovendien kan de patiënt zijn gebruik en zelfmedicatie ook vastleggen waardoor een compleet en actueel medicatieoverzicht beschikbaar komt. Daarnaast scheelt het tijdrovende administratieve werkzaamheden. Faxen overtypen of gegevens meegeven aan de patiënt is niet meer nodig. Dat geeft zorgverleners meer ruimte om te doen waar ze zo goed in zijn: patiënten de beste zorg verlenen.

Ja, dat wordt wettelijk verplicht. Op 1 juli 2023 is de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) ingegaan. De Wegiz is een kaderwet die met ‘algemene maatregelen van bestuur’ (AMvB’s) gegevensuitwisselingen aanwijst die verplicht elektronisch moeten plaatsvinden. Medicatieoverdracht is een van de vijf gegevensuitwisselingen die prioriteit hebben onder de Wegiz. Dit betekent dat zorgaanbieders verplicht worden om software te gebruiken die gecertificeerd is volgens NEN-normen, zoals de NEN7503 en NEN7542 die nu in ontwikkeling is. De basis van deze NEN-normen is de informatiestandaard Medicatieproces 9 die weer onderdeel is van de kwaliteitsstandaard Overdracht van medicatiegegevens in de keten.

Als patiënt krijg je compleet en actueel inzicht in jouw medicatiegegevens via een Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO). Ook kun je straks aangeven wat je werkelijk gebruikt, zelfmedicatie of medicijnen uit het buitenland toevoegen en deze gegevens delen met jouw zorgverleners.

Op de sectorpagina’s staat per sector het e-mailadres van de projectleider.

Zowel binnen de sectoren als tussen sectoren moeten afspraken rond medicatieoverdracht worden gemaakt. Het gaat niet alleen over aanpassingen in de software, maar ook over werkprocesafspraken. Deze afspraken maken het uitwisselen van medicatiegegevens in de keten mogelijk. Dit is complex omdat zoveel verschillende disciplines en soorten zorgorganisaties een rol spelen: 9 zorgsectoren sectoren; ongeveer 16.000 zorgorganisaties en zo’n 75 softwareleveranciers. Ook kost het tijd om de implementatie zorgvuldig te testen in de Kickstartregio’s, zodat het zeker goed werkt als het hele land op deze manier gaat werken. Zo’n grootschalige implementatie van uitwisseling van gegevens in de zorg is nooit eerder gedaan.

De implementatie is gestart op kleine schaal in de Kickstart Medicatieoverdracht. Deze duurt tot oktober 2025. Daarna begint de uitbreiding naar alle zorgaanbieders in Nederland. Vanuit de Kickstart zal eerst in beide Kickstartregio’s meer volume worden gecreëerd. Daarna zullen volgende regio’s aan de gang kunnen. Het is nu nog moeilijk om precies te zeggen wie wanneer aan de beurt is en wanneer iedereen op deze manier kan werken. Er zijn immers 16.000 zorgaanbieders in Nederland en 75 softwareleveranciers.

De basis is de kwaliteitsstandaard Overdracht van medicatiegegevens in de keten, in 2020 gepubliceerd door het Zorginstituut Nederland. Deze kwaliteitsstandaard is ondertekend door alle zorgsectoren die met medicatie te maken hebben, patiëntorganisaties en zorgverzekeraars. In de standaard staat beschreven welke medicatiegegevens beschikbaar moeten zijn voor elke zorgverlener die medicatie voorschrijft, ter hand stelt of toedient en dat deze zorgverlener verantwoordelijk is voor verificatie van deze informatie.

In de nieuwe kwaliteitsstandaard zijn de verantwoordelijkheden van voorschrijver, apotheker, toedieners (zoals verpleegkundigen en verzorgenden) en de patiënt aangescherpt en afgestemd op de praktijk. De basisset van medicatiegegevens, die altijd aanwezig dient te zijn op het moment van verlenen van zorg, is vastgesteld. Verificatie van de beschikbare medicatiegegevens in een gesprek met de patiënt blijft essentieel. Nieuw is dat niet altijd medicatieverificatie hoeft plaats te vinden, maar dat dit afhankelijk is van de professionele risico-inschatting van de voorschrijver of apotheker. Naast voorgeschreven en verstrekte medicatie wordt voortaan ook de medicatieafspraak, toedieningsafspraak en het medicatiegebruik geregistreerd en is overdracht van medicatiegegevens naar verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorgorganisaties, trombosediensten en tandartsen ook mogelijk. In de gehele keten dus. Essentieel is de uitwerking van de digitale uitwisseling van de medicatiegegevens tussen alle zorgverleners met toestemming van de patiënt.

 

In de Kickstart Medicatieoverdracht is gekozen voor het LSP als infrastructuur. In de toekomst is uitwisseling via een andere infrastructuur wellicht ook mogelijk.

Het programma Medicatieoverdracht lost dit probleem op door te zorgen dat zorgverleners en zorginformatiesystemen dezelfde taal spreken en door zorgprocessen rondom medicatie in verschillende zorgsectoren op elkaar af te stemmen. Welke medicatie-informatie hebben we nodig, hoe registreren we die informatie en hoe gaan we dat met elkaar delen? Daarover zijn afspraken gemaakt die het programma nu implementeert.

Het resultaat is dat zorgverleners, en patiënten zelf, altijd kunnen beschikken over een actueel en compleet medicatieoverzicht. Voor toedieners van medicatie realiseert het programma een verbeterde digitale toedienlijst. Ook realiseren we een verbetering van het receptenverkeer. Zorgverleners krijgen bijvoorbeeld inzicht in welke medicatie door een andere zorgverlener is gestopt of gewijzigd.

Per dag worden gemiddeld 75 mensen in het ziekenhuis opgenomen als gevolg van een vermijdbaar medicatie-incident. Een deel van deze incidenten komt doordat zorgverleners niet precies weten welke medicatie een patiënt al gebruikt. Daardoor schrijven ze bijvoorbeeld een medicijn voor dat niet samengaat met een ander medicijn dat de patiënt neemt.

Natuurlijk doen zorgverleners wel hun best om een zo compleet en actueel mogelijk medicatieoverzicht te hebben. Ze investeren bijvoorbeeld veel kostbare tijd in het bellen of mailen met collega’s of vragen het aan de patiënt zelf. Toch lukt het niet altijd om een compleet beeld te krijgen. Waarom is dat zo moeilijk? Dat komt doordat de informatie is opgeslagen in de informatiesystemen van verschillende zorgaanbieders, zoals de huisarts, de medisch specialist en de tandarts. Helaas kunnen deze zorginformatiesystemen geen of maar beperkte informatie met elkaar uitwisselen.

Met de opzet van het Nationaal Test- en Validatiecentrum (het NTV) in 2023 willen Nictiz en VZVZ leveranciers en zorgaanbieders in het gezondheidsdomein ondersteunen bij het ontwikkelen, implementeren en kwalitatief hoogwaardig ondersteunen van gegevensuitwisselingen. Op dit moment werkt het programma Medicatieoverdracht met een eigen Validatieloket. Het Validatieloket zal op termijn overgaan in het NTV. 

Vanuit het Validatieloket worden softwareleveranciers begeleid gedurende het hele implementatietraject van Medicatieoverdracht om zo efficiënt mogelijk maximaal resultaat te behalen. Het Validatieloket begeleidt bij testen en valideren waarbij het testen zowel zelftesten, als ketentesten en testen met zorgaanbieders voor de bruikbaarheid van de systemen omvat. In het Validatieloket werken mensen van Nictiz, VZVZ en het programma Medicatieoverdracht samen.

Met de komst van het NTV wordt de werkwijze van het Validatieloket bevestigd en formeel bekrachtigd. Het NTV is een gemeenschappelijke landelijke voorziening die bestaat uit test- en validatievoorzieningen waarin ‘Kwalificatie’ van Nictiz en ‘Acceptatie en Ketentesten’ van VZVZ geïntegreerd worden tot een uniforme en schaalbare Validatieaanpak. De aanpak is generiek, voor alle standaarden en voor alle leveranciers. Nictiz en VZVZ zetten het NTV zodanig op dat het als onafhankelijke test- en validatieorganisatie kan fungeren, ter ondersteuning van certificering (Wegiz).   

Onderstaand wordt per afspraak in het Integraal Zorgakkoord (IZA) besproken wat het raakvlak is met de gegevensuitwisselingen die door het programma Medicatieoverdracht worden geïmplementeerd. 

  1. Eenheid van taal en eenduidige gestandaardiseerde registratie is geborgd binnen de informatiestandaarden van Medicatieproces 9, Lab voor medicatie en CiO. 
  2. Uitwisseling van Zibs via FHIR. Leveranciers betrokken bij het programma zijn geïnformeerd over de gewenste transitie naar FHIR. De overgang wordt gefaciliteerd door de transformatiedienst van VZVZ. Die zorgt voor vertaling tussen CDA en FHIR over en weer. Voor communicatie naar de patiënt wordt conform het MedMij-stelsel gebruik gemaakt van FHIR.  
  3. Burgers beschikken over eigen gegevens via PGO (dat is tevens een verplichting vanuit de Wegiz). De patiënt is integraal onderdeel van Medicatieoverdracht, als sector in het implementatieprogramma en via use cases in de informatiestandaarden. In de Kickstart wordt de use case ‘medicatiegegevens beschikbaar stellen’ getoetst met 3 PGO’s.  
  4. Er wordt bij de ontwikkeling van informatiestandaarden gebruik gemaakt van (open) internationale standaarden, waar mogelijk. Vanuit het programma en de informatiestandaarden wordt deelgenomen aan HL7 Europe en IHE-werkgroepen en worden de EHDS-ontwikkelingen gevolgd. Zie Q&A over de EHDS. 
  5. VWS onderzoekt de verplichting van landelijke infranetwerken en gemeenschappelijke netwerken. Het programma Medicatieoverdracht stelt eisen aan de infrastructuur. Onderdeel daarvan is bijvoorbeeld het gebruikmaken van generieke functies (zie vraag 6). Er is daarnaast goed contact met de programma’s Landelijk Dekkend Netwerk en Landelijk VertrouwensStelsel van VWS. Medicatieoverdracht is als casus ingebracht in die programma’s. 
  6. Zorgaanbieders verbinden zich aan door VWS vastgestelde oplossingen voor de 6 generieke functies: toestemming, identificatie, authenticatie, autorisatie, lokalisering en adressering. Binnen het programma Medicatieoverdracht zijn afspraken gemaakt over de invulling van deze generieke functies, in aansluiting op de resultaten van het programma Generieke Functies. Toekomstbestendig UZI is daar onderdeel van. 
  7. Alle kerngegevens, inclusief medicatie, labuitslagen en contra-indicaties, zijn binnen 24 uur na registratie beschikbaar. Het beschikbaar stellen van medicatiegegevens is het doel van het programma Medicatieoverdracht. Registratie moet (waar mogelijk) realtime plaatsvinden na behandeling of beschikbaar komen.  
  8. Opzet landelijke organisatie onder verantwoordelijkheid van VWS gericht op ondersteuning van zorgaanbieders en leveranciers bij de implementatie van: Landelijke infrastructuur en Eenheid van taal (primair en secundair). Het programma Medicatieoverdracht coördineert en ondersteunt de implementatie door leveranciers en zorgaanbieders in opdracht van VWS. Sectoren, regio’s, VZVZ en Nictiz hebben daarbij allen een rol. 
  9. Meerjarenagenda ICT-portfolio zorg vertaald naar sectorale ontwikkelkalenders/vraagarticulatie. Afspraak is om in andere gegevensuitwisselingen geen eigen medicatie-zibs op te nemen maar te verwijzen naar de interactie van Medicatieproces 9. 
  10. VWS levert een beleidsvisie op t.a.v. gegevensbescherming incl. toestemmingsopties. 

Dit is inclusief de opties om toestemming voor delen van medicatiegegevens te vergemakkelijken. Vanuit het programma Medicatieoverdracht wordt gemonitord of en wanneer gebruik gemaakt kan/moet worden van de voorzieningen die ontstaan. Denk aan Toekomstbestendig UZI en Mitz.

De implementatie van het Programma Medicatieoverdracht past goed in de Nationale Visie en Strategie (NVS). Het doel is databeschikbaarheid van medicatiegegevens voor zorgverleners en de patiënt. Met Medicatieproces 9 wordt een totaalbeeld gegenereerd op basis van beschikbare medicatiegegevens van verschillende zorgaanbieders en met de patiënt als integraal onderdeel van de ‘medication loop’. 

Het uitgangspunt van de Nationale visie en strategie is beschikbaarheid van gezondheidsgegevens voor passende zorg. De strategie bestaat uit de plateaus: 1. Doen – interoperabiliteit, 2. Denken – netwerk georganiseerd en 3. Dromen – Integraal georganiseerd. We zitten nu in de fase ‘Doen’. 

De vier leidende principes van die fase zijn Databeschikbaarheid en eenheid van taal, Primair en secundair datagebruik zonder extra registratielast, Data en functionaliteit loskoppelen, Creëren van een markt die stimulerend is voor innovatie. Het programma Medicatieoverdracht is – voor zover nu te beoordelen – in lijn met de NVS. 

Per 1 juli 2023 is de kaderwet Elektronische gegevensuitwisseling in de zorg van kracht. Vervolgens gaan op vastgestelde data volgens de Meerjarenagenda Wegiz wettelijke verplichtingen per gegevensuitwisseling in. Dat gebeurt dan middels een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). 

Medicatieoverdracht is één van de vijf geprioriteerde gegevensuitwisselingen onder de Wegiz. Het verplicht zorgaanbieders gecertificeerde software te gebruiken volgens NEN-normen, zoals de NEN7503 (voorschrijven en ter hand stellen van medicatie) en NEN7542 (elektronische verwerking en uitwisseling van medicatiegegevens) die nu in ontwikkeling zijn. De IGJ houdt toezicht op de naleving bij de zorgaanbieders. 

Deze NEN-normen verwijzen naar de informatiestandaard Medicatieproces 9 en sluiten aan op de kwaliteitsstandaard Overdracht van medicatiegegevens in de keten. 

Versturen van een recept door de huisarts aan de terhandsteller werd op 1 januari 2024 van kracht (spoor 1, elektronisch uitwisselen). Uitwisseling naar de patiënt voor de spoor 1 uitwisseling wordt per 1 juli 2024 van kracht. De uitwisselingen Medicatiegegevens (spoor 2,  conform Medicatieproces 9) wordt van kracht in 2026. Dat betekent dat vanaf dat moment uitwisseling van medicatiegegevens verplicht is conform Medicatieproces 9. Laboratoriumgegevens voor medicatie en Contra-indicaties en overgevoeligheden volgen daarna.  

Met het wetsartikel 1.4 lid 6 is uitwisseling naar de patiënt een belangrijk onderdeel van de Wegiz. Zorgaanbieders worden in principe verplicht, per gelijke datum als de verplichting op uitwisseling zorgverlener-zorgverlener, gegevens via het PGO beschikbaar te stellen. De PGO’s vallen niet onder het stelsel Wegiz en hoeven niet gecertificeerd te worden. 

De European Health Data Space (EHDS) is een conceptverordening van de Europese Commissie voor grensoverschrijdende elektronische uitwisseling van medische gegevens. De EHDS-verordening wordt naar verwachting dit jaar van kracht. Nederland moet daaraan voldoen. 

Binnen de EHDS wordt naar verwachting in 2029 als eerste de use case European Patiënt Summary verplicht als grensoverschrijdende gegevensuitwisseling, waarin ook medicatiegegevens worden gedeeld in de vorm van een Medication Summary. De use case ePrescription and eDispensation volgt naar verwachting ook in 2029 en beschrijft de uitwisseling van medicatiegegevens (voorschrijven en verstrekken) tussen EU-Lidstaten. Nederland wordt verplicht aan de EHDS te voldoen.  

Nictiz heeft in 2023 een fit-gap-analyse gemaakt tussen EHDS- en Wegiz-uitwisselingen, beschrijft in Q2 2024 hoe de gaps geslecht kunnen worden en toetst dit vervolgens bij VWS. Mogelijke aanpassingen aan de standaarden om te voldoen aan de EHDS zijn niet uit de sluiten op dit moment.   

* Update volgt

Elektronische gegevens beter uitwisselen waardoor wél een actueel en volledig medicatieoverzicht beschikbaar is. Dat is van belang voor heel de zorgketen. De patiëntveiligheid verbetert en het bespaart zorgverleners veel tijd na implementatie in de keten. Daarom werken negen zorgsectoren en hun IT-leveranciers, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Patiëntenfederatie Nederland, MIND, RSO Nederland, Zorgverzekeraars Nederland, Nictiz en VZVZ hier samen aan.

Allereest hebben alle sectoren binnen de zorg zelf het initiatief genomen om medicatieoverdracht nu prioriteit te geven, toegezegd mee te werken en een plan voor hun sector uitgewerkt. Daarnaast vragen de sectoren momenteel subsidie aan bij het ministerie van VWS voor het implementatietraject. 

Ga naar boven

Volg ons